’s nachts wordt de maatstaf van waar en vals opgegeven. Met het ontbreken van daglicht wordt de nachttijd die van de gedaanteverandering: niet alleen zijn de vormen moeilijk van elkaar te onderscheiden, er vindt op vele plaatsen een ware switch plaats waarbij het leven het schouwtoneel wordt van een soort goddelijke komedie waar alle klassieke rollen van overdag ingeruild worden voor een carnavaleske vertoning.
Michael Fössel schrijft in “La Nuit”:
“Cachoteries, silences, travestissements, masques: la nuit est moins faite de mensonges délibérés qu’elle ne se caractérise par le suspens des critères habituels du vrai et du faux. Vérifiables en plein jour, les identités deviennent incertaines.” (p.203)