Hier zijn draken

Ik heb me zelden zo vrij gevoeld met het maken van een videowerk. Ondanks alle beperkingen ̶ zowel diegenen die ik zelf gekozen heb, als diegenen die door de omstandigheden op mij afkomen.

Wat betekent “vrijheid” eigenlijk? Het betekent niet, zoals de meesten denken: doen waar je zin in hebt. Het is, om een woord van Jean-Luc Godard te parafraseren, “niet doet wat je wilt, maar doen wat je kunt” (“Ne pas faire ce qu’on veut, mais faire ce qu’on peut”).

In de traditionele media is men nooit helemaal vrij: de financierders willen hun investeringen terug, de ploeg medewerkers willen duidelijke richtlijnen en het publiek wilt een verhaal binnen een sterk afgebakend format. Het is een hele kunst om al die parameters met elkaar af te stemmen.

Niets van dit allemaal in dit project. Maar hier gelden andere regels. Niet speciaal gemakkelijker of eenvoudiger!

De nacht is de tijd waarin men niet kan doen wat men wilt. De nacht bepaalt wat kan of niet. De nacht en haar resem “beperkingen” laat je in haar domein toe op voorwaarde dat je doet wat binnen de mogelijkheden van de nacht ligt. Soms kun je veel. Soms helemaal niets. Het is een spel waarin de regels veranderlijk zijn, het doel of de eindbestemming onduidelijk en de weg te bewandelen niet op kaarten is aangegeven.

De nacht is een soort terra incognita.

Het schijnt dat vroeger de cartografen zo’n gebied op een kaart aanduidde als: “Hic sunt dracones“, “Hier zijn draken”. Wat een prachtig beeld! In het boeddhisme bestaat het geloof dat draken, diep in de oceanen het onderricht van de Boeddha bewaken!

Als je de wereld op een nachtelijke manier ontmoet, ben je vrij. En vrij betekent dan: “de draken ontmoeten“.

Nacht zonder licht

Voor het eerst was er in mijn buurt gisterennacht geen straatverlichting. Hoe zalig! Helemaal opgeslorpt door de duisternis. Vreemd genoeg voelde ik mij veilig, omgeven door inktzwarte schaduwen waande ik mij onzichtbaar.

De taferelen waren prachtig om te zien: de huizen versmolten in elkaar over. Het onderscheid tussen de straat en de gevels verdween. Vele huizen hadden de rolluiken dicht met slechts hier en daar een streepje licht die naar buiten sijpelde. De huizen waren veranderd in elegante schaduwen die daar rustig in de rij stonden te niksen.

In de verte, buiten de grenzen van mijn buurt, waren de lichtstippen van de andere straten als verre sporen van aanwezigheid.

Plots passeerden er twee eenzame fietsers met hun zwakke rode achterlichten, een lawaaierige brommer met een krachtige koplamp zette waarvan het landschap in lichterlaai. En nog paar wagens met oogverblindende koplampen die snel uit het zicht verdwenen.

Die nacht heb ik bijzonder goed geslapen alsof de uitgedoofde straatverlichting ons voor het eerst met rust lieten.

De nacht is de nacht niet

Sekito Kisen (Shitou Xiqian) is een befaamde Chinese zenboeddhistische meester uit de 8e eeuw. In zijn gedicht, de “Sandokai” schrijft hij:

In het licht is er duisternis, maar zie het duister niet als duisternis.

In de duisternis is er licht, maar ziet het licht niet als licht.

In het Westen hebben we geleerd om in tegenstellingen te denken en te voelen: ik/jij, hier/ginder, hoog/laag, mooi/lelijk, goed/slecht enz… En we hebben geleerd deze tegenstellingen als absoluut te beschouwen, d.w.z. op zichzelf staand in een ongenaakbaar en onverwisselbare positie. Dit vormt de basis van ons sterk dualistisch denken. Als iets zich in een positie bevindt, kan het onmogelijk een andere positie aannemen of ermee in relatie gaan. Zelfs niet in onze verbeelding.

In het Oosten kennen ze die tegenstellingen ook. Het gebruik van taal om de dingen te benoemen en duidelijk af te bakenen ligt hier aan de basis. Het verschil is dat Oosterlingen de onderlinge afhankelijkheid van alle begrippen, van alle dingen, van alle mogelijke posities ook zien en ermee rekening houden.

Ik is afhankelijk van jij. Dag is afhankelijk van nacht. Hier is afhankelijk van ginder enz… Elke positie is onderling afhankelijk met zijn tegengestelde en met alle andere mogelijke posities. Dit geeft aan het Oosters denken dat typisch holistisch patroon dat voor ons niet altijd gemakkelijk te begrijpen is.

Enkele dichters in het Westen hebben ook dit aangevoeld. Arthur Rimbaud bv. schreef: “Je est un autre.”

Maar Sekito Kisen gaat in zijn gedicht “Sandokai” nog een stap verder. In elke positie is de tegenovergestelde positie aanwezig. In het licht is er duisternis en in de duisternis is er licht. Bovendien kun je die aanwezigheid niet vastleggen in een nieuw soort positie: “zie het duister niet als duister”, “zie het licht niet als licht”.

Honderd jaar daarna schreef een andere Chinese zenmeester, Tozan Ryokai, als een soort echo:

Middernacht is het ware licht. Bij zonsopgang verschijnt het niet.

Mijn videoproject gaat over die fundamentele ambiguïteit en het niet begrijpen ervan. Letterlijk.